Wist je dat?

  Velen denken dat het V teken symbool staat voor „victory‟, niets is echter minder waar. Dit teken vond zijn oorsprong bij de geschiedenis van het boogschieten. In1066 werd er oorlog gevoerd tussen de Fransen en de Britten. Indien een boogschutter van het andere kamp gevangen werd genomen, werden zijn twee vingers van de koordhand afgehakt, zodat deze persoon nooit meer een boog zou kunnen hanteren. Zo groeide het opsteken van deze twee vingers uit tot een teken van uitdaging. Wie zijn twee vingers opstak in een V toonde eigenlijk aan: ik heb mijn vingers nog, dus ik kan nog steeds boogschieten.

De meest gemedailleerde Belg op Olympische Spelen is nog steeds Hubert Van Innis, die in totaal 9 medailles behaalde op de Olympische Spelen van 1900 en 1920. In 1933 werd hij in Londen op 67-jarige leeftijd nog wereldkampioen!

Zijn standbeeld is te vinden in Elewijt, en enkele generaties na hem staan nog steeds nakomelingen van hem aan de Belgische top.

In 1969 kreeg Holless Wilbur Allen het patent voor zijn uitvinding van de Compound boog. Het daaropvolgende jaar debuteerden de eerste compound bogen op het Internationaal Indoor Tornooi te Las Vegas. In 1982 werden de eerste Cam wielen ontwikkeld. Het duurde echter tot 1995 vooraleer de Compound discipline werd opgenomen in de Wereldkampioenschappen.

Vogel- of gaaischieten, Het vogelschieten met pijl en handboog is al uit de Oudheid bekend. In het heldendicht “Aenelis” van Vergillius (deze auteur leefde van 70 tot 19 voor Christus) wordt een beschrijving gegeven van het schieten op een duif die vastgebonden was aan een scheepsmast.

In latere tijden werd gebruik gemaakt van molenwieken en kerktorens waarop een namaakvogel was geplaatst. Daar deze houten vogel kleurrijk was versierd, ontstond een naam (pape-)gaaischieten.

Ja hoor. Die claim durven we wel aan. Want stiekem wandelen handboogsporters meer dan ze denken. En wandelen is gezond. Bij 25m1p-kampioenschappen loopt die afstand op tot bijna 3 kilometer en bij een klassieke FITA is dat zelfs meer dan 4 kilometer. En dan is er nog geen pijl geschoten. En reken maar dat ook dat energie kost.

Goede voeding kan tijdens wedstrijden het verschil tussen winst en verlies betekenen. Een beetje wedstrijd duurt al snel langer dan een uur. Met zo’n 25m1p-kampioenschap ben je al snel een uurtje of drie zoet. En een klassieke FITA of een 3D-wedstrijd duurt gemakkelijk van 9 tot 15.30 uur. De combinatie van het lopen en het voortdurend concentreren maken dat goed eten en drinken belangrijk.

Dat concentreren is natuurlijk de kern van de handboogsport. Goed concentreren  is nodig om goed te kunnen schieten. Het is duidelijk dat fittere handboogsporters beter presteren; de invloed van weer en wind is op hen minder dan op minder fitte sporters. Zorg dus goed voor jezelf!

Goed voor jezelf zorgen betekent onder andere gezond eten en voldoende bewegen. Boogschieten hoort past daar zeker in. Maar zelfs als je ieder weekend een klassieke FITA of veldronde schiet, dan is regelmatig wandelen of fietsen gezond. Maar ook zwemmen is een bijvoorbeeld een prima aanvulling op je handboogtraining.

Meer info kan je terug vinden op de website van de Handboogliga

Moderne bogen zijn meestal niet meer helemaal van hout gemaakt: vooral carbon, aluminium en glasfiber zijn veelgebruikte materialen. Het aanbod van bogen loopt dan ook sterk uiteen.Sommige klassieke bogen worden nog steeds uit hout vervaardigd, andere moderne bogen zijn volledig uitgerust met stabilisatoren en een visier.

Onderstaande boogtypes komen voor:

Recurve bow: Is een boog die onder de huidige Olympische discipline valt. bij deze bogen wordt veelal gebruikgemaakt van vizieren, stabilisatie en andere hulpmiddelen om zo nauwkeurig mogelijk te schieten. Hoe verder een recurveboog wordt uitgetrokken hoe groter de trekkracht moet worden om de boog uit te trekken

Compound bow: Een "hightech" boog met katrollen zodat de pees bij geringere booglengte toch ver kan worden uitgetrokken. Vrijwel altijd is de constructie zodanig dat er tijdens het uitrekken een krachtmaximum (piek) gepasseerd wordt, waardoor de kracht die nodig is bij het richten tot 75% lager is dan de kracht die nodig is om de boog uit te trekken.

Long bow: Een traditionele houten boog die van oorsprong uit Engeland komt. Deze boog is meestal uit één stuk hout gemaakt en hier wordt op de traditionele manier, zonder enige hulp of richtmiddelen, mee geschoten.

Historical bow: De boog moet gebaseerd zijn op een klassieke boog van voor 1900. De boog dient gebruikt te worden zoals zijn historische voorbeeld vroeger werd gebruikt. Ze is uitsluitend van hout, of samengesteld uit composieten van verschillende (historische) materialen (bvb. hoorn, been, bamboe). Pijlschachten zijn van hout en bevederd met natuurlijke veren die bij voorkeur op een historische manier zijn vastgemaakt.

Hunting bow: (Jachtboog)Bogen van het type recurve, met eender welke lengte en kracht. Het middenstuk (riser) mag uitsluitend bestaan uit hout, hoorn of bamboe. Enkel pijlen met een minimumgewicht van 30 gram en/of een inschroef-punt van minimaal 125 grains voor de heren en 20 gram en/of een inschroef-punt van minimaal 100 grains voor de dames zijn toegelaten.